Verjaring in zaak baby Lido

Een week na onze stille tocht (9 mei 2017) tegen verjaarde moord- en vermissingszaken komen we in contact met de Jolien, de moeder van baby Lido. Ze vertelt dat ze onze petitie steunt omdat ook de moord op haar zoontje in 1978 is verjaard. Hieronder haar verhaal:

“Ik wil dit verhaal naar buiten brengen voor Lido. Nu is het net alsof er niks is gebeurd, alsof hij nooit heeft bestaan. Mijn verhaal vertellen, is het enige dat ik nog voor mijn kind kan doen. 
Ik kreeg Lido op mijn achttiende. Ik was direct verliefd. Hij was net een engeltje met zijn donkere krullen en mooie donkere ogen. Ik heb zoveel warme herinneringen aan hem. Hoe hij onder mijn rok kroop om bij me te schuilen. Hoe hij aan mijn pantoffels pulkte en ondeugend naar me glunderde als ik hem door had. Hoe hij zichzelf lachend “Titi, Titi” noemde. Maar veel lachte hij niet. Bij mijn ex in de buurt was hij een angstig en stil kind. 


De relatie met mijn ex-man begon op jonge leeftijd. Ik was dertien, hij een paar jaar ouder. De aandacht die ik van hem kreeg, vond ik in het begin heel fijn. Mijn vader mishandelde me dagelijks en mijn moeder is psychisch niet in orde. Mijn ex gaf mij het gevoel dat er eindelijk iemand was die om me gaf. Hij zei lieve dingen en kocht kleren voor me. Maar al gauw begonnen de mishandelingen. Hij werd de vervanger van mijn vader maar dan veel erger. Hij hield me continu in de gaten en dreigde mij te vermoorden als ik hem zou verlaten. Over mijn hele lichaam heb ik er littekens aan overgehouden. De schroevendraaier die hij in mijn voet stak, de sigaretten die hij op me uitdrukte. Het luchtbukspistool waarmee hij op me schoot. Ik leefde in een roes, maakte alles onbewust mee. Ik denk om mezelf te beschermen voor alle narigheid. Hij wilde snel kinderen, het leek wel een obsessie. Op mijn zestiende was ik zwanger. Ik wist niet eens waar het kind uit moest komen, ik dacht uit mijn navel. De zwangerschap, de bevalling, ik was er niet echt bij. Ik was blij met Abel, maar tegelijkertijd doodmoe. Twee jaar later kwam Lido. Ook de kinderen werden flink mishandeld door dat beest. Wanneer het mogelijk was, sprong ik er tussen in. Beter dat hij mij sloeg dan mijn kinderen. Maar omdat ik fulltime bij de slagerij moest werken van hem, waren de kinderen vaak alleen. Of erger, alleen met hem. Ze waren heel bang voor hun vader. Abel lachte wel naar hem, maar met zo’n gemaakte lach, waar de angst van afdroop. Hij zette hun vaak urenlang onder ijskoude of snikhete douches. Duwde hun hoofdjes onder water als ze in bad zaten. Als ik thuis kwam, hadden ze vaak de hele dag in hun vieze luier gelegen. Hij gaf de kinderen niet te eten. Lido is een tijdje ontzettend mager geweest. Mijn ex was gek op zieke spelletjes, genoot ervan om macht over ons te hebben. Dan droeg hij Abel op om op mijn schoot te zitten en mij in het gezicht te slaan en te spugen. Het ging zo ver allemaal. Mijn poesje Bibi en mijn hond heeft hij opgehangen. Ze bungelden daar aan de schoorsteenmantel toen ik thuiskwam. Dood. Het was verschrikkelijk. Ik wilde hulp maar wist niet waar ik heen moest, ik had niemand. De buren moeten ons hebben horen schreeuwen, want op een gegeven moment kreeg de kinderbescherming er lucht van. Achterlijk genoeg kondigde ze hun bezoek aan met een brief, zodat mijn ex precies wist wanneer hij de schone schijn moest ophouden. Regelmatig vluchtte ik na mijn werk naar een Blijf van mijn lijf huis. Na een paar uur ging ik dan verward weer naar huis, naar mijn kinderen. Mijn angst weerhield mij ervan werkelijk te vluchten. Ik wist zeker dat hij mij en de kinderen zou vinden en vermoorden. Ik ging nog altijd als verdoofd door het leven, omdat het leven anders ondraaglijk was. 
De avond voor het ondenkbare gebeurde ,kan ik me nog precies voor de geest halen. We hadden een heerlijke dag gehad. Het was augustus en snikheet, meer dan dertig graden. De broer van mijn ex had een speedboot, waarop we de hele dag hadden gevaren. Omdat zijn broer erbij was, hadden de kinderen en ik geen last van mishandelingen. Een dag vol rust. Tegen de avond gingen we naar huis en haalden patat en frikadellen. Ik zie ze nog voor me zitten smikkelen op de bank. Lido tweeëntwintig maanden, Abel twee jaar ouder. Lido had een bruin pakje aan, met een konijn op de voorkant. Het stond hem zo lief. Als ik ze zo voor me zie, voel ik me helemaal stralen. Lido werd misselijk en gaf over. Ik waste hem en stopte hem in zijn bedje. Hij had de neiging te wiebelen in bed, wat een tikkend geluid veroorzaakte. Daarom had mijn ex twee gaten aan de zijkant van zijn wiegje geboord, waar hij een riem doorheen haalde om Lido vast te leggen als hij wiebelde.

Links is een van de gaten in Lido’s bed te zien.

Die nacht lag hij weer te tikken. Ik hoorde mijn man uit bed gaan en naar de kinderkamer lopen. Hij ging flink tekeer, boos dat hij uit zijn slaap was gehaald. Het kwam vaker voor, ik was het gewend. De volgende ochtend ging ik naar de wc. Zoals altijd stak ik mijn hoofd om de deur van de wc en riep: “Hi boys!” Normaalgesproken kwamen er dan twee hoofdjes tevoorschijn. Dit keer maar een, het hoofdje van Abel. Ik wist gelijk dat het niet goed was en rende naar Lido’s bedje. Zijn lippen liepen tegen donkerblauw, zwart aan. Mijn man had hem in een dik pak dekens gerold en vastgebonden met de riem. Terwijl het meer dan dertig graden was! Lido was bloedheet, oververhit geraakt. Op zijn wang een grote blauwe plek. “Water, water!”, gilde ik, en depte zijn lippen ermee. Ik schreeuwde dat we naar het ziekenhuis moesten. We renden naar de auto. “Waag het iets te zeggen”, zei mijn man nog dreigend. Ik heb het gevoel dat Lido op weg naar het ziekenhuis is overleden, in mijn armen. In het ziekenhuis hebben ze nog drie keer elektrische schokken toegediend op zijn hart, met van die ijzers. Het heeft niet geholpen. Hij had een temperatuur van 41 graden, hij is gewoon gestikt. Toen de verpleegster aan kwam lopen wist ik al dat Lido er niet meer was. Het was een afschuwelijk moment. Ik kon niet huilen, was compleet verdoofd. Ik ben nog even bij hem geweest, zijn lichaampje was helemaal koud. Op de heenweg was mijn ex tegen een paaltje aangereden. Aan de arts vertelde hij dat Lido daardoor blauwe plekken had. Ook zei hij dat Lido gisteravond had overgegeven dus dat hij waarschijnlijk een virusje had en daaraan was overleden. Ik wist wel beter. Maar werd gedwongen mijn mond te houden. En weer met dat beest mee naar huis te gaan. Twee weken na Lido’s dood heb ik een overdosis pillen geslikt. Ik kon niet meer, ik was zo moe. Onderweg naar het ziekenhuis was ik gelukkig. Ik kon alleen maar denken: “Mama komt eraan Lido”. Mijn maag werd leeggepompt en ik overleefde de poging. Achteraf maar goed ook, Abel had mij hard nodig. Ik heb nooit schuldgevoelens gezien bij mijn ex. Ook geen antwoord op mijn vraag: “Waarom” Hij zei vaak dat ik het niet moest wagen de werkelijke doodsoorzaak aan iemand te vertellen. Huilen mocht niet, ik moest mijn smoel houden. Ik zie hem nog voor me, zittend aan de keukentafel. “Dan maken we toch een nieuwe”, zei hij droog. Er knapte iets, ik raakte vervuld met haat. Ik denk dat op dat moment pas werkelijk tot me doordrong wat dat monster had gedaan. In de nachten beraamde ik moordplannen. Ik stelde mij voor hoe ik met een kussen op z’n hoofd zou gaan zitten. Ik was bang dat ik hem niet aan zou kunnen, anders had ik hem echt vermoord. Ik werd steeds uitdagender naar hem toe, ook een reden waarom de mishandelingen steeds erger werden. We hadden visite, hij zat zoals gewoonlijk met zijn benen op de poef en knipte met zijn vingers. “Toastje”, zei hij. Ik smeerde rustig een toastje en smeet het naar zijn hoofd. De visite vond het vast vreemd, maar deed er niets mee. Het kon me niet meer schelen dat ik later zou worden afgeranseld, ik voelde de pijn van de mishandelingen toch niet meer. Voelde niks meer. 
Zes jaar na de moord op Lido ontmoette ik een hele lieve man, met wie ik ook een tijd getrouwd ben geweest. Hij heeft Abel en mij geholpen te vluchten. Het was niet veilig. Mijn ex zocht mij voortdurend en ik ben dan ook steeds verhuisd. Gelukkig vond ik na enige tijd rust. En dan komt alles naar boven. Ik heb psychologische hulp gezocht om dingen op een rijtje te zetten. Mijn psycholoog raadde me een herbegrafenis van Lido aan, om opnieuw afscheid te kunnen nemen. Bij de officiële begrafenis had ik dat gevoel namelijk helemaal niet. Ik kreeg niet eens de mogelijkheid alleen met hem te zijn. Toen ik tegen hem ging praten zei mijn schoonmoeder: “Moet je haar nou horen, wat doet zij nou weer.” De herbegrafenis heeft mij geholpen om echt afscheid te nemen. Abel heeft het geestelijk nog altijd moeilijk met zijn verleden. Hij wil niets meer met zijn vader te maken hebben. Ik heb twee keer aangifte tegen mijn ex gedaan, maar de politie zegt dat ze er niks mee kunnen. Ik heb geen bewijzen. En dus loopt de moordenaar van mijn kind nu nog altijd vrij rond. Hij is hertrouwd en heeft twee dochters. Ik hoop dat zij niet dezelfde verschrikkingen mee hebben hoeven maken als wij. Met mij gaat het nu goed. Bang voor mijn ex ben ik gelukkig niet meer. Hij heeft lang genoeg mijn leven geregeerd. Ik ga heel vaak naar Lido’s graf. Dan neem ik cadeautjes voor hem mee, zoals knikkers of beeldjes van honden en engeltjes. Ik heb het gevoel dat Lido als een engel op mijn schouder zit, altijd bij me is. Ik ben van plan om een stichting op te richten voor vrouwen die het moeilijk hebben. Op dit moment ben ik een boek over mijn leven aan het schrijven en op zoek naar een uitgever hiervoor. Het voelt onrechtvaardig dat niemand meer over Lido praat. Alsof hij helemaal weg is. Door mijn verhaal te doen, breng ik Lido weer een beetje tot leven. 
Behalve de namen van Lido en Bibi heb ik alle namen gefingeerd.”

Jolien schrijft dat ze hoopt dat haar ex zijn nieuwe gezin niet door dezelfde hel heeft laten gaan, maar ze weet wel beter. En dat is precies waarom geen enkele moord mag verjaren. Zo kunnen daders ongestoord hun gang blijven gaan. Om dit een halt toe te roepen is Recherchebureau Centaur de petitie moord mag niet verjaren begonnen. Teken en deel hem aub zoveel mogelijk!!!

 

Volg ons ook op Facebook en Twitter!